Ga naar de inhoud van deze pagina.
Jaarverslag 2024 concept

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Deze paragraaf geeft informatie over hoe goed de gemeente financiële tegenvallers kan opvangen. Volgens het 'Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten' bestaat het weerstandsvermogen uit de verhouding tussen de weerstandscapaciteit en alle niet-kwantificeerbare risico's.

De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden die de gemeente heeft of kan krijgen om onverwachte kosten te dekken of om een onverwachte daling van inkomsten te compenseren. Niet gekwantificeerde risico's zijn gebeurtenissen die buiten de controle van de gemeente vallen en waarvoor geen voorzieningen of reserves zijn gevormd. Deze kunnen belangrijk zijn voor de balans of de financiële positie.

In deze paragraaf staan:

  • de vermogenspositie
  • de kengetallen van de financiële positie
  • de beschikbare weerstandscapaciteit
  • de risicoanalyse
  • de ratio weerstandsvermogen

Het is de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om ervoor te zorgen dat de begroting altijd sluitend is. Een sluitende begroting zonder weerstandsvermogen betekent echter dat er geen ruimte is voor tegenvallers. Dit kan de uitvoering van de programma's in gevaar brengen. Daarom is een financiële buffer noodzakelijk. Hoe groot die buffer moet zijn, hangt af van het risicoprofiel van de gemeente. Factoren die hierbij een rol spelen zijn onder andere: sociale structuur, groeipotenties en interne bedrijfsvoering.

Vermogenspositie

ACTIVA

Rekening 2023

Begroting 2024

Rekening 2024

Vaste activa

 31-12-2023

 31-12-2024

 31-12-2024

Immateriële vaste activa

103

0

2

Materiële vaste activa

59.637

93.183

79.081

Financiële vaste activa

- Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen

77

77

77

- Leningen aan woningbouwcorporaties

0

0

0

- Overige langlopende geldleningen

3.903

5.279

5.003

- Uitzettingen met een looptijd > 1 jr

5.000

0

0

Totaal vaste activa

68.720

98.539

84.163

Vlottende activa

- Onderhanden werk (BIE)

16.041

14.114

6.056

- Voorraad

4

0

7

- Uitzettingen looptijd < 1 jaar

46.211

11.500

46.529

- Liquide middelen

435

400

827

- Overlopende activa

3.028

100

2.907

Totaal vlottende activa

65.719

26.114

56.326

Totaal activa

134.439

124.653

140.489


Passiva

Rekening 2023

Begroting 2024

Rekening 2024

Vaste passiva

 31-12-2023

 31-12-2024

 31-12-2024

Eigen vermogen

- Algemene reserves

32.131

19.086

29.203

- Bestemmingsreserves

46.284

48.811

49.001

- Resultaat

8.646

0

10.041

Totaal eigen vermogen

87.061

67.897

88.245

Voorzieningen

14.846

11.824

17.928

Vaste schulden (looptijd > 1 jaar)

18.833

18.250

18.250

Totaal vreemd vermogen lang

33.679

30.074

36.178

Vlottende passiva

- Netto vlottende schulden (looptijd < 1 jr)

8.729

22.682

7.925

- Overlopende passiva

4.970

4.000

8.141

Totaal vlottende passiva

13.699

26.682

16.066

Totaal passiva

134.439

124.653

140.489


Kengetallen financiële positie (cijfers per 31-12)


Rekening 2023

Begroting 2024

Rekening 2024

Netto schuldquote

-21,1%

35,0%

-14,3%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

-24,9%

29,4%

-18,7%

Solvabiliteitsratio

64,8%

54,5%

62,8%

Structurele exploitatieruimte

0,1%

2,7%

0,5%

Grondexploitatie

15,3%

15,0%

5,4%

Belastingcapaciteit

98,3%

100,7%

90,8%

Toelichting gehanteerde kengetallen

Netto schuldquote (%):

Dit kengetal geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Hoe lager dit percentage is, hoe gunstiger de financiële positie. Het percentage van -14,3% betekent dat er meer uitzettingen zijn dan schulden.

Netto schuldquote (inclusief verstrekte leningen en hiervoor gecorrigeerd) (%):

Deze indicator laat zien hoe groot de schuld van de gemeente is in verhouding tot de inkomsten, waarbij ook wordt meegerekend hoeveel geld de gemeente heeft uitgeleend aan bijvoorbeeld woningcorporaties, andere overheden of verbonden partijen.

Omdat deze leningen ook risico’s met zich meebrengen, worden ze meegenomen in de berekening. Hoe lager het percentage, hoe beter de financiële positie van de gemeente.

Een percentage van -18,7% betekent dat de gemeente per saldo geen schuld heeft. Er is zelfs meer geld uitgezet (uitgeleend) dan dat er geleend is – wat dus een positief teken is voor de financiële gezondheid.

Solvabiliteitsratio (%):

Deze indicator laat zien hoe goed we in staat zijn om aan onze financiële verplichtingen op lange termijn te voldoen. Het wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het totale vermogen. Hoe hoger het percentage, hoe beter we in staat zijn om aan onze toekomstige financiële verplichtingen te voldoen. Met een solvabiliteitsratio van 62,8% kunnen we in de toekomst aan onze financiële verplichtingen voldoen.

Structurele exploitatieruimte (%):

Dit kengetal berekent de structurele baten minus lasten, gecorrigeerd met structurele mutaties in reserves, gedeeld door de totale baten, gecorrigeerd met structurele mutaties in reserves, uitgedrukt in een percentage. Hoe hoger het percentage, hoe meer ruimte er is voor structurele uitgaven. Financieel gezien moet ernaar worden gestreefd om structurele lasten zoveel mogelijk af te dekken door structurele baten. Het percentage is > 0%, wat betekent dat er een gezonde balans is tussen de structurele uitgaven en de structurele baten.

Grondexploitatie (%):

Dit kengetal laat zien hoeveel geld de gemeente heeft geïnvesteerd in gronden (zoals bouwgrond) ten opzichte van de totale inkomsten, zonder de invloed van de reserves mee te rekenen.

Als de gemeente investeert in grond (bijvoorbeeld voor toekomstige bouwprojecten), dan stijgt de waarde van de gronden en ook het risico – dit zorgt ervoor dat het kengetal hoger wordt.

Als er juist gronden worden verkocht, levert dat geld op en daalt de waarde van de gronden – en dus ook het kengetal. Voor de gemeente Best geldt dat er op dit moment relatief weinig bouwgrond in exploitatie is. Dat betekent dat het financiële risico op dit gebied beperkt is.

Belastingcapaciteit (%):

Dit cijfer laat zien hoeveel belasting een gemiddeld gezin in Best betaalt, vergeleken met het landelijke gemiddelde. Het gaat om de OZB (onroerendezaakbelasting), rioolheffing en afvalstoffenheffing. We rekenen met een woning van gemiddelde WOZ-waarde.

Best scoort 90,8%. Dat betekent dat inwoners in Best minder betalen dan het gemiddelde in Nederland.

Het Rijk deelt dit cijfer in drie groepen in:

  • Categorie A: weinig risico
  • Categorie B: gemiddeld risico
  • Categorie C: veel risico


Categorie A

Categorie B

Categorie C

Kengetal

rekening 2024

Kwalificatie

Best

Netto schuldquote

< 90%

tussen 90% en 130%

> 130%

-14,3%

A

Netto schuldquote gecorrigeerd

< 90%

tussen 90% en 130%

> 130%

-18,7%

A

Solvabiliteitsratio

> 50%

tussen 20% en 50%

< 20%

62,8%

A

Structurele exploitatieruimte

> 0%

0%

< 0%

0,5%

A

Grondexploitatie

< 20%

tussen 20% en 35%

> 35%

5,4%

A

Belastingcapaciteit

< 95%

tussen 95% en 105%

> 105%

90,8%

A





Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente is als volgt opgebouwd:

  • onbenutte belastingcapaciteit onroerende-zaakbelastingen (OZB)
  • budget voor het doen van onvoorziene uitgaven
  • vrije algemene reserve
  • stille reserves: het verschil tussen de actuele liquidatiewaarde en de boekwaarde van activa (gemeentelijke eigendommen).

In de onderstaande tabel is de beschikbare weerstandscapaciteit weergegeven:

Weerstandscapaciteit

Bedrag x € 1.000

Jaarlijkse exploitatie :


Onbenutte belastingcapaciteit OZB

4.286

Stelpost voor onvoorziene uitgaven

52

Totaal weerstandscapaciteit in de jaarlijkse exploitatie

4.338

Vermogenssfeer per 1 januari 2025:


Vrije algemene reserve

29.203

Stille reserves

1.253

Totaal weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer

30.456


Voor het afdekken van risico's gebruiken wij alleen de weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer.

Toelichting

Onbenutte belastingcapaciteit onroerende-zaakbelastingen (OZB)

Voor de OZB wordt door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de zogenaamde artikel 12-norm gehanteerd. Dit is het OZB-tarief dat een gemeente minimaal moet hanteren om in aanmerking te komen voor een artikel 12-uitkering. In de meicirculaire 2024 wordt hiervoor een normpercentage van 0,1614% van de WOZ-waarde aangegeven. De onbenutte belastingcapaciteit OZB betreft het verschil tussen het in de gemeente geldende tarief en het normtarief voor artikel 12-gemeenten.

Onvoorzien

Het budget voor onvoorziene uitgaven wordt jaarlijks geïndexeerd en is in 2024 € 52.068.

Vrije algemene reserve

De vrije algemene reserve is een reserve waarvoor de gemeenteraad nog geen besteding heeft bepaald. Voor de berekening in deze paragraaf wordt de stand van deze reserve volgens deze jaarrekening per 1 januari 2025 gebruikt. Het saldo van de vrije algemene reserve per 1 januari 2025 is € 29.203.000.

Stille reserves

Er is sprake van een stille reserve wanneer de huidige verkoopwaarde van een gemeentelijk eigendom hoger is dan de boekwaarde. Dit geldt voor alle gemeentelijke eigendommen die niet voor openbare diensten bestemd zijn.

Schades

In de oorspronkelijke begroting van 2024 stonden de plannen voor dat jaar, inclusief de benodigde financiële middelen. Echter, we kunnen te maken krijgen met financiële tegenvallers die vooraf niet waren begroot. In de verschillenanalyse staat beschreven of er extra kosten of tegenvallende opbrengsten zijn geweest op de verschillende onderdelen.

Grondexploitaties

We hebben voor de grondexploitaties € 6.701.078 nodig als buffer om risico’s op te vangen. We hebben hier nu € 5.944.810 voor gereserveerd in de risicoreserve grondexploitaties. De risicoreserve grondexploitatie wordt daarom aangevuld met € 756.269 ten laste van de vrije algemene reserve. De cijfers worden nader toegelicht in de meerjarenprognose grondexploitaties 2025.

Misbruik en oneigenlijk gebruik

We hebben verschillende werkzaamheden uitgevoerd om de kans op misbruik en oneigenlijk gebruik te verkleinen.

Hiertoe voerden we onder andere een frauderisicoanalyse uit. Volgens planning zouden we in 2024 twee beheersmaatregelen zoals benoemd in de frauderisicoanalyse oppakken. Deze acties hebben een langere doorlooptijd en ronden we, naar verwachting, de komende jaren af.

Daarnaast vonden in de reguliere werkprocessen (o.a. omgaan met begrotingswijzigingen en administratieve wijzigingen, gunning van Europese aanbestedingen en grondverkopen) controles plaats die misbruik en oneigenlijk gebruik verkleinen.

Tot slot zijn er ook verbijzonderde interne controles uitgevoerd op de financieel risicovolle processen met een materiele omvang (o.a. salarissen, sociaal domein, belastingen, inkopen en aanbesteden)