Ga naar de inhoud van deze pagina.
Concept Begroting 2026 Begroting 2026

Paragraaf Grondbeleid

Algemeen

Grondbeleid is belangrijk voor de raad om twee redenen. Ten eerste voor het realiseren van de doelen van de programma's en ten tweede vanwege inzicht in het financiële belang en de risico's. Deze paragraaf geeft een kort overzicht van de visie op het gemeentelijk grondbeleid, de uitvoering daarvan en de financiële resultaten en risico's van de grondprojecten.

Voor meer informatie over het meerjarenperspectief van de grondexploitaties verwijzen wij u naar de laatst vastgestelde Meerjarenprognose Grondexploitaties 2025 (MPG 2025).

Visie op het grondbeleid

Grondbeleid is geen doel op zich, maar een middel om maatschappelijke, financiële en ruimtelijke doelen te bereiken. De gemeente heeft haar ruimtelijke ambities vastgelegd in de 'Omgevingsvisie Best 2040: dorp van formaat'. Het gemeentelijk grondbeleid ondersteunt deze ambities. De uitgangspunten en kaders van het grondbeleid zijn vastgesteld in de ‘Nota grondbeleid 2015’. In deze nota is bepaald dat per eigenaar, project of plangebied wordt beoordeeld welke vorm van grondbeleid (actief, faciliterend of een combinatie daarvan) zal worden toegepast.

Instrumenten van het grondbeleid zijn geïntegreerd in de Omgevingswet

Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Hierdoor is er één en ander gewijzigd in het instrumentarium voor grondbeleid. Een deel van de bestaande instrumenten zoals bijvoorbeeld het voorkeursrecht en onteigening zijn samengebracht en geïntegreerd in de Omgevingswet. De werking ten aanzien van het grondbeleid is niet wezenlijk veranderd in de Omgevingswet. Er is vooral sprake van modernisering, verduidelijking, waar mogelijk versnelling van proceduretijden, en soms wijziging van bevoegdheden (met name bij onteigening). Onder andere vanwege de inwerkingtreding van de Omgevingswet worden voorbereidingen getroffen om de Nota grondbeleid 2015 aan te passen aan de nieuwe wetgeving en te actualiseren door bijvoorbeeld het toevoegen van afwegingskaders om te komen tot de gewenste maatschappelijke doelen/ontwikkelingsresultaten.

Uitvoering actief grondbeleid via gemeentelijke grondexploitaties

Bij actief grondbeleid koopt de gemeente zelf gronden en opstallen aan, maakt de grond bouwrijp, verkoopt (niet-)bouwrijpe gronden ten behoeve van de ontwikkeling daarvan en maakt deze na realisatie van de opstallen (vaak woningbouw) woonrijp. De financiële consequenties van dit actieve grondbeleid worden in beeld gebracht met een grondexploitatie-berekening (vaak afgekort tot grondexploitatie of grex).
Voor de begroting 2026 zijn de grondexploitaties gebaseerd op de MPG 2025, die op 30 juni 2025 door de raad is vastgesteld.


Bouwgronden in exploitatie (BIE)

Vanuit het belang van eenduidigheid is in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) het begrip ‘bouwgrond in exploitatie’ (BIE) scherper gedefinieerd: gronden in eigendom van de gemeente, waarvoor de raad een grondexploitatiecomplex en grondexploitatiebegroting heeft vastgesteld. Per 1-1-2026 zijn er 4 projecten in uitvoering die kwalificeren als BIE: Dijkstraten, Aarlesche Erven, Centrum en Steegsche Velden-Noord.

Bouwgronden in exploitatie - boekwaarde

De boekwaarde van de bouwgronden in exploitatie is het door de gemeente geïnvesteerde vermogen, oftewel het saldo van de gerealiseerde kosten en opbrengsten. Op basis van het BBV plaatst de gemeente de boekwaarde van de grondexploitaties op de balans. Deze boekwaarde moet worden terugverdiend door toekomstige opbrengsten uit grondverkoop. Als blijkt dat dit niet mogelijk is, moet een voorziening worden getroffen om het verlies op te vangen. De kosten, opbrengsten en eventueel getroffen voorzieningen komen tot uitdrukking op de balans onder de post ‘voorraden’. De boekwaarde van de bouwgronden in exploitatie wordt per 1-1-2026 geraamd op € 26.934.000.

Bouwgronden in exploitatie - resultaat

Het resultaat van de bouwgronden in exploitatie bestaat uit het saldo van kosten en opbrengsten. Op basis van de MPG 2025 wordt het nadelige resultaat van de bouwgronden in exploitatie geraamd op € 22.964.000. Conform de regelgeving van het BBV is voor het nadelige resultaat een voorziening getroffen.



Risico’s en weerstandsvermogen

Bij grondexploitaties lopen gemeenten diverse risico’s. Deze zijn het gevolg van de langdurige looptijd van plannen en planvorming, inschatting van parameters, marktwerking en de betrokkenheid van diverse partijen en de hiermee corresponderende belangen. In het kader van risicomanagement worden de risico’s periodiek geïnventariseerd en gekwantificeerd (impact x kans). Zo ontstaat een beeld van het benodigde weerstandsvermogen ten behoeve van de grondexploitaties.
In het kader van de MPG 2025 zijn de risico’s van de grondexploitatie (en daarmee het benodigde weerstandsvermogen) geactualiseerd en ingeschat op een bedrag € 7.089.000. Een bedrag van € 6.701.000 wordt afgedekt via de Risicoreserve grondexploitaties. Het resterende bedrag wordt gedekt vanuit de grondexploitaties.

Risicobeheersing

Om de risico’s van de grondexploitaties te beheersen namen we de volgende maatregelen:

  • Voortdurend overleg met bouwpartners, corporaties en de regio om woonproducten af te stemmen op de marktvraag.
  • Het aanbod van bouwkavels faseren en doseren in relatie tot de marktvraag.
  • Alternatieve programma's doorrekenen.
  • Kosten bewaken en sturen.
  • Aandacht besteden aan marketing en promotie.
  • Gronden zo laat mogelijk bouwrijp maken binnen onze contractuele verplichtingen om renteverliezen te voorkomen.
  • Tijdig middelen reserveren voor verwachte nadelige saldi.

Gemeentelijke grondprijzen

De gemeentelijke grondprijzen worden jaarlijks geactualiseerd en door het college vastgesteld.

Een toelichting op de grondprijzen en de stand van zaken van de gemeentelijke grondexploitaties leest u in de MPG 2025.