Ga naar de inhoud van deze pagina.
Concept Begroting 2026 Begroting 2026

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Deze paragraaf geeft informatie over in welke mate de gemeente financiële tegenvallers kan opvangen. Volgens het 'Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten' bestaat het weerstandsvermogen uit de verhouding tussen de weerstandscapaciteit en alle niet-kwantificeerbare risico's.

De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden die de gemeente heeft of kan krijgen om onverwachte kosten te dekken of om een onverwachte daling van inkomsten te compenseren. Niet gekwantificeerde risico's zijn gebeurtenissen die buiten de controle van de gemeente vallen en waarvoor geen voorzieningen of reserves zijn gevormd. Deze kunnen belangrijk zijn voor de balans of de financiële positie.

In deze paragraaf staan:

  • de vermogenspositie
  • de kengetallen van de financiële positie
  • de beschikbare weerstandscapaciteit
  • de risicoanalyse
  • de ratio weerstandsvermogen

Het is de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om ervoor te zorgen dat de begroting altijd sluitend is. Een sluitende begroting zonder weerstandsvermogen betekent echter dat er geen ruimte is voor tegenvallers. Dit kan de uitvoering van de programma's in gevaar brengen. Daarom is een financiële buffer noodzakelijk. Hoe groot die buffer moet zijn, hangt af van het risicoprofiel van de gemeente. Factoren die hierbij een rol spelen zijn onder andere: sociale structuur, groeipotenties en interne bedrijfsvoering.

Vermogenspositie

Prognose balans 2026 - 2029 (bedragen in € x € 1.000)


Activa 2026 2027 2028 2029
Passiva 2026 2027 2028 2029

Vaste activa






Eigen vermogen (vaste passiva)





Immateriële vaste activa

0

0

0

0


Algemene reserves

29.323

27.203

27.204

27.205

Materiële vaste activa

107.485

132.522

146.444

165.296


Bestemmingsreserves

10.550

10.316

10.053

9.561







Dekkingsreserves

33.955

32.341

30.859

29.385












Totaal vaste activa

107.485

132.522

146.444

165.296


Totaal eigen vermogen (vaste passiva)

73.828

69.860

68.116

66.151












Financiële vaste activa






Vreemd vermogen lang (vaste passiva)





Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen

80

80

80

80


Voorzieningen

17.448

20.057

22.405

18.857

Overige langlopende geldleningen

4.351

4.022

3.694

3.364


Vaste schulden (looptijd > 1 jaar)

17.083

16.500

15.917

15.334












Totaal financiële vaste activa

4.431

4.102

3.774

3.444


Totaal vreemd vermogen lang (vaste passiva)

34.531

36.557

38.322

34.191












Vlottende activa






Vreemd vermogen kort (vlottende passiva)





Voorraden onderhanden werk:






Netto vlottende schulden

6.711

32.807

46.380

70.998

Bouwgrond In Exploitatie (BIE)

554

0

0

0


Overige overlopende passiva

4.000

4.000

4.000

4.000

Uitzettingen met een looptijd < 1 jaar

6.500

6.500

6.500

6.500







Liquide middelen

0

0

0

0







Overlopende activa

100

100

100

100














Totaal vlottende activa

7.154

6.600

6.600

6.600


Totaal vreemd vermogen kort (vlottende passiva)

10.711

36.807

50.380

74.998












Totaal activa

119.070

143.224

156.818

175.340


Totaal passiva

119.070

143.224

156.818

175.340


Toelichting :

Uit een toenemende netto vlottende activa blijkt dat er een financieringsbehoefte is de komende jaren.

Dit is onder andere te verklaren door investeringen in het integraal huisvestingsplan, schaalsprong, warmtenet en wegbeheer.

Kengetallen financiële positie (cijfers per 31-12)


Rekening 2024 Begroting 2025 Begroting 2026

Netto schuldquote

-14,3%

14,7%

18,8%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

-18,7%

9,7%

15,0%

Solvabiliteitsratio

62,8%

59,6%

62,0%

Structurele exploitatieruimte

0,5%

1,0%

1,6%

Grondexploitatie

5,4%

5,4%

0,6%

Belastingcapaciteit

90,8%

101,4%

96,2%

Toelichting gehanteerde kengetallen

Netto schuldquote (%):

Dit kengetal geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Hoe lager dit percentage is, hoe gunstiger de financiële positie. Het percentage van 18,8% betekent dat er meer uitzettingen zijn dan schulden.

Netto schuldquote (inclusief verstrekte leningen en hiervoor gecorrigeerd) (%):

Deze indicator laat zien hoe groot de schuld van de gemeente is in verhouding tot de inkomsten, waarbij ook wordt meegerekend hoeveel geld de gemeente heeft uitgeleend aan bijvoorbeeld woningcorporaties, andere overheden of verbonden partijen.

Omdat deze leningen ook risico’s met zich meebrengen, worden ze meegenomen in de berekening. Hoe lager het percentage, hoe beter de financiële positie van de gemeente.

Solvabiliteitsratio (%):

Deze indicator laat zien in hoeverre we in staat zijn om aan onze financiële verplichtingen op lange termijn te voldoen. Het wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het totale vermogen. Hoe hoger het percentage, hoe beter we in staat zijn om aan onze toekomstige financiële verplichtingen te voldoen. Met een solvabiliteitsratio van 62,0% kunnen we in de toekomst aan onze financiële verplichtingen voldoen.

Structurele exploitatieruimte (%):

Dit kengetal berekent de structurele baten minus lasten, gecorrigeerd met structurele mutaties in reserves, gedeeld door de totale baten, gecorrigeerd met structurele mutaties in reserves, uitgedrukt in een percentage. Hoe hoger het percentage, hoe meer ruimte er is voor structurele uitgaven. Financieel gezien moet ernaar worden gestreefd om structurele lasten zoveel mogelijk af te dekken door structurele baten. Het percentage is > 0%, wat betekent dat er een gezonde balans is tussen de structurele uitgaven en de structurele baten.

Grondexploitatie (%):

Dit kengetal laat zien hoeveel geld de gemeente heeft geïnvesteerd in gronden (zoals bouwgrond) ten opzichte van de totale inkomsten, zonder de invloed van de reserves mee te rekenen.

Als de gemeente investeert in grond (bijvoorbeeld voor toekomstige bouwprojecten), dan stijgt de waarde van de gronden en ook het risico – dit zorgt ervoor dat het kengetal hoger wordt.

Als er juist gronden worden verkocht, levert dat geld op en daalt de waarde van de gronden – en dus ook het kengetal. Voor de gemeente Best geldt dat er op dit moment relatief weinig bouwgrond in exploitatie is. Dat betekent dat het financiële risico op dit gebied beperkt is.

Belastingcapaciteit (%):

Dit cijfer laat zien hoeveel belasting een gemiddeld gezin in Best betaalt, vergeleken met het landelijke gemiddelde. Het gaat om de OZB (onroerendezaakbelasting), rioolheffing en afvalstoffenheffing. We rekenen met een woning van gemiddelde WOZ-waarde.

Best scoort 96,2%. Dat betekent dat inwoners in Best minder betalen dan het gemiddelde in Nederland.

Het Rijk deelt dit cijfer in drie groepen in:

  • Categorie A: weinig risico
  • Categorie B: gemiddeld risico
  • Categorie C: veel risico

Categorie A Categorie B Categorie C Kengetal Begroting 2026 KwalificatieBest

Netto schuldquote

< 90%

tussen 90% en 130%

> 130%

18,8%

A

Netto schuldquote gecorrigeerd

< 90%

tussen 90% en 130%

> 130%

15,0%

A

Solvabiliteitsratio

> 50%

tussen 20% en 50%

< 20%

62,0%

A

Structurele exploitatieruimte

> 0%

0%

< 0%

1,6%

A

Grondexploitatie

< 20%

tussen 20% en 35%

> 35%

0,6%

A

Belastingcapaciteit

< 95%

tussen 95% en 105%

> 105%

96,2%

B


Meerjarenraming 2027 Meerjarenraming 2028 Meerjarenraming 2028

Netto schuldquote

39,6%

52,1%

74,3%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

36,2%

48,9%

71,3%

Solvabiliteitsratio

48,8%

43,4%

37,7%

Structurele exploitatieruimte

1,1%

-2,1%

-2,5%

Grondexploitatie

0,0%

0,0%

0,0%

Belastingcapaciteit

94,2%

94,3%

95,5%





Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente is als volgt opgebouwd:

  • onbenutte belastingcapaciteit onroerende-zaakbelastingen (OZB)
  • budget voor het doen van onvoorziene uitgaven
  • vrije algemene reserve
  • stille reserves: het verschil tussen de actuele liquidatiewaarde en de boekwaarde van activa (gemeentelijke eigendommen).

In de onderstaande tabel is de beschikbare weerstandscapaciteit weergegeven:

Weerstandscapaciteit Bedrag x € 1.000

Jaarlijkse exploitatie :


Onbenutte belastingcapaciteit OZB

3.838

Stelpost voor onvoorziene uitgaven

50

Totaal weerstandscapaciteit in de jaarlijkse exploitatie

3.888

Vermogenssfeer per 1 januari 2026:


Vrije algemene reserve

31.255

Stille reserves

1.267

Totaal weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer

32.522


Voor het afdekken van risico's gebruiken wij alleen de weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer.

Toelichting

Onbenutte belastingcapaciteit onroerende-zaakbelastingen (OZB)

Voor de OZB wordt door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de zogenaamde artikel 12-norm gehanteerd. Dit is het OZB-tarief dat een gemeente minimaal moet hanteren om in aanmerking te komen voor een artikel 12-uitkering. In de meicirculaire 2025 wordt hiervoor een normpercentage van 0,1648% van de WOZ-waarde aangegeven. De onbenutte belastingcapaciteit OZB betreft het verschil tussen het in de gemeente geldende tarief en het normtarief voor artikel 12-gemeenten.


Onvoorzien

Het budget voor onvoorziene uitgaven is in 2026 € 50.000.


Vrije algemene reserve

De vrije algemene reserve is een reserve waarvoor de gemeenteraad nog geen besteding heeft vastgelegd. Voor de berekening in deze paragraaf wordt de stand van deze reserve volgens deze begroting per 1 januari 2026 gehanteerd. Het saldo van de vrije algemene reserve wordt per 1 januari 2026 geraamd op € 31.255.000.


Stille reserves

Er is sprake van een stille reserve wanneer de actuele liquidatiewaarde van een gemeentelijk eigendom hoger is dan de boekwaarde. Het gaat hierbij om alle gemeentelijke eigendommen die niet voor de openbare dienst bestemd zijn.

Voorbeeld hiervan is:

  • Landbouwgronden, die (nog) niet in bouwgrondexploitaties zijn opgenomen.

In 2026 is de stille reserve € 1.267.000.

Financiële risicoanalyse

Ambities kunnen niet gerealiseerd worden zonder risico’s te nemen. Het is belangrijk dat de gemeenteraad de financiële risico’s kent en hierop stuurt. Per 1 oktober 2025 is een nieuwe risicoanalyse uitgevoerd. Hieronder vindt u de resultaten.


In hoeverre kan onze organisatie financiële tegenvallers opvangen?

Uit de risicoanalyse blijkt dat onze organisatie uitstekend in staat is om niet begrote financiële tegenvallers op te vangen, dit is conform het beleidsakkoord ‘We doen het Samen’.

Of we financiële tegenvallers kunnen opvangen hangt af van twee factoren:

  • de risico’s die de gemeente loopt,
  • de middelen die de gemeente vrij kan maken om risico’s op te vangen

Hieronder lichten we deze twee factoren toe.

Welke financiële risico’s loopt onze gemeente?

Hieronder staan de belangrijkste financiële risicogebieden benoemd:

  1. Grondexploitaties
  2. Juridische geschillen
  3. Sociaal domein
  4. Informatievoorziening ten behoeve van de bedrijfsvoering
  5. Vastgoed
  6. Werkloosheidsuitkeringen, wachtgelden en loondoorbetalingen
  7. Overtreding wet- en regelgeving
  8. Gemeenschappelijke regelingen
  9. Boekwaarden van gronden
  10. Omgevingswet
  11. Inflatie


Welke financiële risico’s zijn veranderd?

Hieronder vindt u de wijzigingen in de risico's per 1 oktober 2025 ten opzichte van de laatste analyse per 1 oktober 2024.

Risicogebieden

Juridische geschillen

Ontwikkelingen binnen de juridische geschillen hebben geleid tot een nieuwe inschatting. Het risicobedrag wordt nu ingeschat op € 2.700.000 (was € 6.600.000) met een risicokans van 60% (was 36%).

Sociaal domein

Inwoners kunnen bij ons terecht voor:

  • uitkeringen;
  • zorgvoorzieningen voor jeugdigen;
  • voorzieningen en ondersteuning zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen of meer mogelijkheden hebben om aan het sociale leven mee te doen.

 We hebben voor het sociaal domein € 1.308.000 nodig als buffer om risico’s op te vangen. We hebben hier nu € 761.000 voor gereserveerd (risicoreserve Sociaal domein). Dit houdt in dat we onvoldoende hebben gereserveerd om alle gecalculeerde risico’s in het sociaal domein op te vangen. Voor het verschil van € 547.000 gebruiken we de vrije algemene reserve als buffer.

Informatievoorziening t.b.v. bedrijfsvoering

De kans op verstoringen in de bedrijfsvoering door bijv. brand en cybercriminaliteit is aanwezig. Afhankelijk van de oorzaak en de omvang kan de gevolgschade variëren. Daarnaast is een nieuw risico-onderdeel toegevoegd welke betrekking heeft op mogelijke extra kosten voor de intensivering van maatschappelijke opgaven. De risico’s op het gebied van bedrijfsvoering zijn nu ingeschat op € 17.905.000 (was € 16.000.000). De gewogen risicokans is licht gestegen van 7% naar 9%.

Vastgoed

De risicokans was geschat op 33% en is nu verlaagd naar 22%. Het totale risicobedrag is verlaagd van € 5.500.000 naar € 4.823.133. Deze wijzigingen treden met name op door technische en functionele veroudering van het gemeentehuis en wijziging in de fasering van nieuwbouwplannen.

Werkloosheidsuitkeringen, wachtgelden en loondoorbetalingen

Op basis van historische cijfers van de afgelopen 2 jaar is het bedrag verlaagd. Het totale risicobedrag is naar beneden vastgesteld van € 1.882.000 naar € 1.338.750. De risicokans blijft vrijwel gelijk (van 72% naar 71%).

Overtreding wet en regelgeving

De risicokans was geschat op 5% en is nu bijgesteld naar 6%. Het totale risicobedrag is verhoogd van € 10.525.000 naar € 11.525.000. Deze stijging komt door toevoeging van een nieuw risico-onderdeel. Er is namelijk een nieuwe wet ingegaan.

Gemeenschappelijke regelingen

Gemeenschappelijke regelingen heeft een totaal risicobedrag van € 360.000 met een gewogen risicokans van 90%. Bij de vorige analyse was dit nog € 488.000 resp. 81%. Deze wijziging komt voornamelijk door het wegvallen van het risico op extra kosten bij de MRE en uitvoeringsinstanties.

Boekwaarden van gronden

Ontwikkelingen binnen de boekwaarden van gronden hebben geleid tot een nieuwe inschatting. De risicokans was geschat op 75% en is nu verlaagd naar 41%. Het totale risicobedrag blijft € 767.000.

Omgevingswet

Op basis van ervaringscijfers zijn de risico’s bijgesteld. De risicokans was geschat op 36% en is nu bijgesteld naar 44%. Het totale risicobedrag is verlaagd van € 490.000 naar € 405.000. Per saldo is het effect gering ten opzichte van vorig jaar.

Inflatie

Dit is het risico dat de prijzen meer stijgen dan begroot. Het totale risicobedrag wordt nu geschat op € 2.732.000 (was € 1.344.000) met een gewogen risicokans van 5% (was 39%).

Wat is de nieuwe risico inschatting?

We hebben voor de grondexploitaties voldoende gereserveerd als buffer om onvoorziene risico’s op te vangen. Daarom staat dit risicogebied niet in onderstaande tabel. Voor het sociaal domein hebben we op dit moment onvoldoende gereserveerd om alle gecalculeerde risico’s op te vangen. Daarom gebruiken we de vrije algemene reserve als buffer om het rest risico op te vangen.

Ook voor de overige risicogebieden gebruiken we de vrije algemene reserve als buffer.


Tabel 1 Finaciële risico's

Risico Gevolgen Kans Max financieel gevolg Invloed

Juridische geschillen

Extra lasten; niet begroot

60%

 € 2.700.000

22.57%

Informatievoorziening ten behoeve van de bedrijfsvoering


De kans op het stilvallen van de bedrijfsvoering of gevolgschade hiervan

    9%

€ 17.905.000

22.45%

Vastgoed

Extra lasten; niet begroot

22%

           € 4.823.133

14.78%

Werkloosheidsuitkering,   wachtgeldverplichting, en loondoorbetalingen

 Lasten van werkloosheidsuitkeringen, wachtgelden, en  loondoorbetalingen

 71%

           € 1.338.750

 13.24%

Overtreding wet en regelgeving

Extra lasten als gevolg van een boete

    6%

€ 11.525.000

  9.63%

Gemeenschappelijke regelingen

Hogere lasten door hogere bijdrage(n) aan exploitatie van GR’en

   90%

€ 360.000

4.51%

Boekwaarden van  gronden

Verlaging boekwaarde

  41%

               € 767.000

   4.38%

Sociaal Domein

Extra lasten; niet begroot

53%

€ 547.000

   4.04%

Omgevingswet

Extra lasten; niet begroot

44%

€ 405.000

   2.48%

 Inflatie

Risico dat prijzen meer stijgen dan begroot

  5%

€ 2.732.000


1.9%



Met bovenstaande risicoschatting hebben we € 7.796.735 nodig om financiële tegenvallers op te vangen. We hebben € 32.522.000 beschikbaar. Onze organisatie is dus prima in staat om niet begrote financiële tegenvallers op te vangen. Ten opzichte van de vorige risicoanalyse (€ 9.738.600) hebben we nu minder geld nodig om tegenvallers op te vangen. Hieronder staat bovenstaande informatie in cijfers en grafieken weergegeven.


Tabel 2: Beschikbare weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer

Weerstand Huidige capaciteit

Vrije algemene reserve

€ 31.255.000

Stille reserves per 1-1-2025

€ 1.267.000

Totale weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer per 1-1-2025

€ 32.522.000


Ratio weerstandsvermogen:


Beschikbare weerstandscapaciteit € 32.522.000 / Benodigde weerstandscapaciteit € 7.796.735 = 4,2



Tabel 3: Weerstandsnorm

Waarderingscijfer

Ratio

Betekenis

A

>2.0

uitstekend

B

1.4-2.0

ruim voldoende

C

1.0-1.4

voldoende

D

0.8-1.0

matig

E

0.6-0.8

onvoldoende

F

<0.6

ruim onvoldoende


Het ratio van onze gemeente valt in klasse A. Dit duidt op een uitstekend weerstandsvermogen.