Ga naar de inhoud van deze pagina.
Concept Begroting 2026 Begroting 2026

Financiën

Welke verschillen zijn er ten opzichte van de gewijzigde begroting 2025 ?

Bedragen x € 1.000

Sociaal Domein Begroot 2025 Begroot 2026 Verschil

Participatie

Lasten (excl. loonkosten)

4.776

4.421

-355

Baten

653

0

-653

Saldo

4.123

4.421

298

Inkomen

Lasten (excl. loonkosten)

8.893

8.825

-68

Baten

7.429

7.471

42

Saldo

1.464

1.354

-110

Wmo

Lasten (excl. loonkosten)

12.085

9.925

-2.160

Baten

1.216

1.180

-36

Saldo

10.869

8.745

-2.124

Jeugd

Lasten (excl. loonkosten)

10.699

12.762

2.063

Baten

0

0

0

Saldo

10.699

12.762

2.063

Loonkosten

5.796

6.947

1.151

Totaal lasten

42.250

42.880

630

Totaal baten

9.298

8.651

-647

Saldo van lasten en baten

32.952

34.229

1.277



In het taakveld Sociaal domein zijn de totale lasten € 630.000 hoger.

In het beleidsterrein Participatie zijn de lasten € 277.000 lager.

De belangrijkste verschillen:

  • lagere lasten Wet Inburgering 2021 (€ 628.000 voordelig). Dit betreft niet-geraamde lasten verband houdende met de Specifieke uitkering Wet Inburgering 2021. Hier staan ook lagere baten tegenover (zie verschillenanalyse baten)
  • hogere lasten scholing en activering (€ 98.000 nadelig)
  • hogere lasten uitvoering Wet Sociale Werkvoorziening (€ 171.000 nadelig)
  • hogere doorbelaste personeelskosten (€ 78.000 nadelig)

In het beleidsterrein Inkomen zijn de lasten € 331.000 hoger.

De belangrijkste verschillen:

  • lagere lasten tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandigen (Bbz Tozo) (€ 60.000 voordelig). In 2025 is hiervoor een incidenteel budget beschikbaar gesteld
  • hogere doorbelaste personeelskosten (€ 400.000 nadelig)

In het beleidsterrein Wmo zijn de lasten € 2.112.000 lager.


De belangrijkste verschillen:

  • lagere lasten integrale toegang OTB (€ 540.000 voordelig) vanwege een verschuiving van budget naar personeelsformatie
  • hogere lasten huishoudelijke ondersteuning (€ 118.000 nadelig) vanwege reguliere indexatie
  • hogere lasten Wmo begeleiding (€ 178.000 voordelig) vanwege aanvullende indexering demografie
  • lagere lasten opvang ontheemden Oekraïne (€ 2.000.000 voordelig). In 2025 is hiervoor een incidenteel budget beschikbaar gesteld

In het beleidsterrein Jeugd zijn de lasten € 2.688.000 hoger.

De belangrijkste verschillen zijn:

  • hogere lasten preventief jeugdbeleid (€ 69.000 nadelig)
  • hogere lasten individuele jeugdvoorzieningen (€ 1.986.000 nadelig)
  • hogere doorbelaste personeelskosten (€ 625.000 nadelig)


In het taakveld Sociaal domein zijn de totale baten € 647.000 lager.

In het beleidsterrein Participatie zijn de baten € 653.000 lager.

Het belangrijkste verschil is niet-geraamde baten vanuit de Specifieke Uitkering van SZW middelen voor de bekostiging van inburgeringsvoorzieningen (€ 653.000 nadelig). Hier staan ook lagere lasten tegenover (zie verschillenanalyse lasten).

In het beleidsterrein Inkomen zijn de baten € 42.000 hoger. Er zijn geen noemenswaardige verschillen.

In het beleidsterrein Wmo zijn de baten € 36.000 hoger. Er zijn geen noemenswaardige verschillen.